Onze God troont op de lofzangen van zijn kinderen. Lofzangen, wat zijn dat? Paulus schrijft aan de Efeziers: …en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen (Ef 5:19). Zou hij daarbij deze tekst in gedachten hebben gehad?
Deze tekst is een verrassende wending vanuit de noodoproep waarmee David de psalm opent. Hij spreekt God rechtstreeks aan. U bent de Heilige, de koning, met een volk dat niet ademloos luistert naar zijn koning (dat ook) maar Hem vooral dient in lofzangen. Hoe zal dat in die tijd geklonken hebben. Uit andere psalmen (bijv 150) weten we van veel muziekinstrumenten die werden gebruikt. Er waren speciale tempelzangers en het volk volgde daarop. Zij allen zingen luid de lof van hun Heer en Heiland. Generatie op generatie (vs 5 en 6) geeft de lofzang door. Die lofzang geeft ook vertrouwen. Daarmee zul je niet beschaamd uitkomen.
Het is uiteindelijk nog mooier. De lofzang van hier beneden klinkt door tot in de hemel en wordt daar overgenomen. Een eeuwig durende lofzang ontstaat. Gebracht door een schare die niemand tellen kan. Tot lof en eer van de Heilige!