Kerkdiensten | Kijk en luister via
kerkdienstgemist.nl

8:45 uur 10.45 uur en 16.30 uur dienst

Interview met ds. Thijs Blok, 20 februari 2015

Thijs Blok

Benoemd als docent in Zambia namens Kerk in Actie (PKN), En predikant, met een bijz. opdracht verbonden aan Nijkerk-West

Adresgegevens

Justo Mwala University,
Munali Road Plot 19,
Chamba Valley, Lusaka – Zambia
fam.blok@kerkinactie.nl

Er wordt om jou en mij gevochten – op leven en dood. Maar wij hebben een sterke Aanvoerder, Jezus Christus.

Thijs, begin dit jaar hebben we voor elkaar gebeden om Gods zegen (Psalm 133). Wat betekent die vraag om zegen voor jou persoonlijk?

Voor mij is dat heel belangrijk, ik wil graag leven in afhankelijkheid van Christus, de Redder van de wereld en de Heer van de kerk. Ik probeer voor alles luisteraar te zijn – naar God, naar zijn Woord en naar mensen. Dat gaat niet vanzelf, op het gebed wil God het geven. Zoals in het luisterlied van afgelopen zondagmiddag: ‘O God, U heb ik nodig, ik kan het zelf niet’. Zo probeer ik in te oefenen dat God het mag zeggen in mijn leven.

Je bent nu ruim vier jaar werkzaam in de gemeente van Nijkerk-West. Hoe zou je deze jaren willen duiden?

Gods werk is veel groter dan ik kan zien, veel onttrekt zich dus aan mijn waarneming. Wat ik merk is veel verlangen samen Christus te volgen, maar het lukt niet altijd. We worden opgeslokt door werk, gezin en sport. We worden ook verleid door de duivel en we trekken graag ons eigen plan. Het is dus samen zoeken en tasten. Over feest van genade zijn velen nog altijd positief: samen ontvangen, luisteren naar God en naar elkaar, kleine kring waarin vertrouwen kan groeien, te overzien qua tijd (week of 6), nieuwe mensen leren kennen, mogelijkheid om buren en vrienden mee te (gaan) nemen. Hopelijk kunnen we dat uitbouwen. Er zijn veel dwarsverbanden, ik denk aan de 40 dagen tijd, advent en het afsluiten van catecheseblokken in de dienst. In het jeugdwerk staat de relatie met Christus bewust voorop, de door God gegeven natuurlijke relaties proberen we daar nadrukkelijker dienstbaar aan te maken. We gaan ontspannen om met andere kerken in Nijkerk maar dat was misschien al langer zo. Op dit moment proberen we gebed meer te integreren in gemeente-zijn.

Toen je je intrede deed als predikant stond het woord ‘verbinding’ in jouw preek centraal, en nog herhaal je de term regelmatig in je (s)preken. Kun je merken dat ‘verbondenheid’ die jij zo graag wilt zien in de gemeente, bij mensen landt en effect heeft (gekregen)?

Vanuit God gezien sowieso: elke dag is zijn genade nieuw. Dat is geweldig! In de gemeente is ook veel verbondenheid: even bijspringen, samen iets ondernemen, geloofsgesprekken. Wel vinden we het lastig om over grenzen en culturen van onze eigen groepjes heen te investeren. Waarom eigenlijk? Wij delen in Christus veel meer dan we niet delen. Gunnen vind ik belangrijk: ook als iets van mij niet hoeft doe ik mee omdat het een ander helpt in het leven met God. Het is eigen aan kerk-zijn dat het voor onszelf een beetje schuurt. De tijd van vandaag helpt niet mee dat in te oefenen. Maar Zondag 21 noemt jou en mij niet voor niets pas als het hele menselijke geslacht is geweest.

Naast de blijde dingen zullen er ook zaken zijn waarover jij je als predikant zorgen maakt. Wil je daar iets over kwijt? Zo ja, hoe kunnen broeders en zusters je daarin ondersteunen?

Ik hoop dat we ons dagelijks leven en het leven met God meer integreren: hoe ben ik christen in mijn straat en op mijn werk? Hoe kleurt het mijn manier van uitgaan? Mijn geldbesteding? Nederland is geen christelijk land meer is. Wij zijn Jezus’ ambassadeurs. Ik noem integratie van zondag en maandag ook omdat één of twee uurtjes per week niet genoeg is om ons geloof te voeden, ook door de week hebben we samen Bijbellezen en bidden nodig. Broeders en zusters kunnen mij daarin ondersteunen door me uit te nodigen op hun werk en in hun leven. Dan is de kans groter zondag en maandag op elkaar aansluiten. Iets anders is groter denken van God. Als wij tot God naderen doen we dat o.a. in aanwezigheid van tienduizenden engelen. Dat mogen we ons meer realiseren. Net zoals de geestelijke strijd waar we midden in zitten. Er wordt om jou en mij gevochten – op leven en dood. Maar wij hebben een sterke Aanvoerder, Jezus Christus.

Jouw missie voor Congo blijft (ten dele). Waaruit bestaat die nu nog concreet voor jou? Hoeveel vreugde geeft je deze verbondenheid met de Congolezen?Het woordje ‘gunnen’ is één van je geliefde uitdrukkingen. Wat gun je de broeders en zusters in Congo?

Met mijn collega’s Lumbwe Roger en Mande Moïse heb ik onderzoek gedaan naar christelijke geloofsvoeding in DR Congo. Het manuscript is goedgekeurd. Er wordt nu gewerkt aan een goede Franse vertaling om het resultaat te publiceren. Dat is het enige wat ik nu voor Congo doe. Iets breder: jaarlijks geef ik voor De Verre Naasten één week een training in het buitenland. In 2015 en 2016 is dat bij leven en welzijn in Zimbabwe. Ook denk ik wereldwijd mee hoe we deze trainingen kunnen stimuleren en verbeteren. Ik ervaar het als voorrecht betrokken te mogen zijn bij werk van God dichtbij (Nijkerk) en veraf (Congo, andere landen) – die afwisseling stimuleert me. Er is ook een wisselwerking: er zijn duidelijke parallellen tussen het resultaat van ons onderzoek naar geloofsopvoeding in DR Congo en het leerplan onderwijs van onze gemeente. Wat ik mijn broeders en zusters in Congo gun? Zij hebben mij veel gegund, een plekje in hun midden, een kijkje in hun hart, een spiegel van Christus (met vallen en opstaan). Ik gun hen ook zulke metgezellen. U/jou trouwens ook.

Ria Stoorvogel