Zwakke zon aan duisternis ontkomen,
over een blinde muur van tijd, maakt
van deze namiddag een ingekleurde
staalgravure. Okergeel de bomen op
het plein; hardroze de trottoirs.
Van korte duur is dit stadsgezicht.
Maar puur zoals het, voor wij
hier kwamen wonen, ook al
eens geweest moet zijn.

Daarna het zwoegen van de winternacht
waarin gestommel van een laatste trein,
een hemel openscheurend met de kracht
van een geboorte. Voor onze deur alvast
drie koffers uit het oosten, onverwacht.

Paul Gellings
uit: Antiek fluweel. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1997