Prachtig om in de adventsweken telkens bij het licht van de Heer (Jesaja) te mogen stilstaan.

‘Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht’. Jes. 9:1.
‘Dan is het licht van de maan als het licht van de zon, en het zonlicht wordt ver-zeven-voudigd, als het licht van zeven dagen tegelijk’. Jes. 30:26.
‘… ik neem je in dienst voor mijn verbond met de mensen en maak je tot een licht voor alle volken’. ‘Duisternis verander ik in licht’. Jes. 42:6 en 16.
‘Ik zal je maken tot een licht voor alle volken, opdat de redding tot aan de einden der aarde reikt’. Jes. 49:6.
‘Dan breekt je licht door als de dagenraad… dan zal je licht in het donker schijnen…’
Jes. 58:8 en 10.
‘Sta op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de Heer. Volken laten zich leiden door jouw licht, koningen door de glans van je schijnsel. De Heer zal je voor altijd licht geven en je God zal voor je schitteren’. Jes. 60:1, 3 en 19.

Een prachtige belofte van onze trouwe God werd vervuld: Jezus, Het Licht der wereld.
O, kerstnacht… het Licht verscheen in onze duisternis.
Verblindende ster. Een Koning die een Knecht wil zijn!

Laten wij dan leven in het licht van die Heer!
‘Ik zal getuigen van uw heerlijk licht,
Van al de wonderen die Gij hebt verricht,
Opdat men alom spreke van uw kracht,
En roeme in uw overwinningsmacht.