Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan. Mattheus 26: 26

Deze week is het dankdag.
Danken leer je van Jezus. Steeds als hij bij een maaltijd het brood uitdeelt ( en dat doet hij vaak) begint hij met een zegengebed, of een dankgebed.
Het Joodse zegengebed, de ‘Baracha’ is een vaste formulering, voor een zegengebed voor de maaltijd.
Het begint altijd met: ‘Gezegend bent u, HEER onze God, koning van het heelal’.
En daarna volgt waar je God voor dankt: ‘Die graan op de aarde doet groeien.’
Of: ‘die alles geschapen heeft en ons van voedsel voorziet.’
Zo laat Jezus ons zien dat we in alles afhankelijk zijn van zijn hemelse Vader. En dat we voor ons dagelijks brood, de gewone dingen, God moeten danken.